
Als jonge verpleegkundige begon Martine op de afdeling voor ver– loskunde en gynaecologie, waar ze nog steeds werkt. Maar inmiddels is daar ook een specialisatie voor een ander thema, namelijk de overgang. Ze is BIG-geregistreerd VVOC-over–gangsconsulent. Dat lijken toch twee werelden, die afdeling verloskunde, waar vrouwen meestal in hun vrucht– baarste levensfase zitten en de specialisatie richting de overgang, waar die vruchtbaarheid afneemt. “Maar deze fases hebben ook veel overeenkomsten. Ze hebben te maken met de hormonale cirkel van een vrouw.” Ook zelf is Martine met haar 51-jarige leeftijd in deze levens– fase aangekomen. “Ik denk dat het nu beter past. Je groeit mee met de groep waar je jezelf ook mee asso– cieert. Ik begrijp wat deze vrouwen meemaken.”
Piek van overgang
Het ziekenhuis waar Martine werkt besloot een menopauzepoli op te zetten. “Daar was klaarblijkelijk be– hoefte aan.” Na een opleiding zette zij met de gynaecoloog waarmee zij samenwerkt, de overgang-speci– alistische afdeling op. Maar al snel dienden er zich kansen aan om ook een eigen praktijk te openen, naast haar werkzaamheden als verpleeg– kundige op de afdeling verloskunde. “In het ziekenhuis is de aanpak toch sneller en korter. In mijn eigen prak– tijk kan ik meer de tijd nemen voor de vrouwen.”
Martine legt uit dat de overgang bij vrouwen plaatsvindt tussen het veer– tigste en zestigste levensjaar. “We krijgen er allemaal mee te maken”. De overgangsconsulent benadrukt dat een vrouw niet twintig jaar lang wordt ondergedompeld in over– gangsklachten. “Er is een piek en die neemt ook weer af. Wat je kunt vergelijken met een bevalling. Een wee heeft ook een begin en een eind. De klachten-top duurt meest– al twee à drie jaar en hoeft ook dan niet in alle hevigheid plaats te vinden.”
Drie kilo cadeau
Vrouwen komen bij Martine terecht via een verwijzing van de huisarts of op eigen initiatief. Waar de over– gangsconsulente uitlegt dat er na wat voorbereidende vragen een gesprek volgt. “Dan laat ik de
vrouw het woord doen.” Want dat is volgens Martine belangrijk in deze fase, dat een vrouw het gevoel heeft dat ze gehoord wordt. “We bespre– ken de behoeften, klachten en ik deel daarin mijn kennis.” Want de overgangsconsulente benadrukt dat slechts 20 procent van de vrouwen geen klachten ervaart tijdens de overgang. “80 procent heeft wel klachten en eenderde daarvan er– vaart zelfs ernstige klachten.”
“We bespreken de behoeften, klachten en ik deel daarin mijn kennis.”
Welke klachten Martine het meest bespreekt? “Opvliegers, nacht– zweten, stemmingswisselingen, concentratieverlies, een kort lontje, slaapproblemen en spier- en ge– wrichtspijn komen regelmatig aan bod. Die klachten zijn vrij univer– seel.” Maar de overgangsconsulent noemt ook gewichtsproblemen op. “Die overgang geeft je sowieso drie kilo cadeau”, lacht ze. “Omdat de stofwisseling verandert worstelen vrouwen regelmatig met hun ge– wicht. In deze fase moet je nu een– maal minder calorieën tot je nemen om op gewicht te blijven.”
Biologieles
De overgang simpelweg uitzitten, is volgens Martine echt niet de enige manier. “Het hangt af van de behoefte van de vrouw. Er zijn bijvoorbeeld hormonen, maar ook supplementen die klachten kunnen verminderen.” Volgens de verpleeg– kundige is aandacht voor leefstijl
en voeding ook raadzaam. “Je kunt ervoor zorgen dat je fit en gezond ouder wordt. Het is belangrijk om bijvoorbeeld over een gezond voe– dingspatroon na te denken. Maar er moet vooral niet te veel ‘moeten’, want dat werkt niet. Het gaat om kleine stapjes om de klachten te reduceren.” Er zijn namelijk volgens Martine wel degelijk middelen die tegenwerken tijdens de overgang.
“Alcohol, roken, suikers, pittig eten of andere voeding die prikkelt, werken nu niet bepaald bevorder– lijk in deze levensfase. Maar ook je cholesterol verandert, waardoor je moet zorgen dat je de juiste vetten binnen krijgt. Bijvoorbeeld afkomstig uit vette vis.”
Volgens de overgangsconsulente is het voor jonge vrouwen niet ver– keerd om hier en daar wat kennis
op te doen over de overgang. “Het is belangrijk dat je op jonge leeftijd snapt wat er kan komen.” Waarbij de verpleegkundige oppert dat er ook aan de overgang best wat aandacht besteed kan worden in de biologie– les. “Waarin je uitlegt dat pubers te maken krijgen met hormonen, maar hun moeder waarschijnlijk ook een fase meemaakt met hormoonveran– dering. Zelf leerde ik niks over de overgang tijdens mijn opleiding en ik heb per slot van rekening verloskun– de en gynaecologie gedaan. Dat is toch best gek.”
“Het hangt af van de behoefte van de vrouw. Er zijn bijvoorbeeld hormonen, maar ook supplementen die klachten kunnen verminderen.”
Vernieuwde kracht
De verpleegkundige benoemt de re– latie tussen de overgang bij vrouwen en de werkvloer. Want daar valt vol– gens haar nog wel het een en ander te verbeteren. “Mede door de slaap– problemen valt er een grote groep in deze levensfase uit. 1,7 miljoen vrouwen zitten nu eenmaal in de overgang, waarvan het gros werkt.” Volgens haar zou er meer erkenning van de werkgever, bedrijfsarts, maar ook van de vrouw zelf moeten zijn. Want bij dat bagatelliseren van de overgang spelen, volgens Martine, ook vrouwen zelf een grote rol. “Het is een taboe, niet sexy en het gaat